Scheve schaatsen of scheve slepers??

Laat ik eens prikkelend beginnen zo dacht ik. Bij die ‘scheve schaats’ kunt u zich vast het één en ander voorstellen, maar wat moet ik nou met een scheve sleper? Nou, onder bepaalde omstandigheden prikkelt dat bijna net zo bij de tegenpartij……. Nou vooruit met de geit, ik zal het u uitleggen.

Trix Express heeft voor de stroomafname zowel voor de middenrail als voor de spoorstaaf aparte slepers, niks nieuws zegt u, klopt. Die dingen moeten voor een goede functie zo ongeveer in het midden van die rail/staaf liggen. Appeltje eitje denk u, ik koop alleen maar nieuwe slepers, dus altijd goed. Of: wat een onzin, die dingen staan toch altijd goed… Ja, als je de schroefjes goed aandraait zitten ze goed vast, dat klopt, maar ik bedoel het deze keer anders, heel anders.

Als voorbeeld een set slepers die een aardige “scheve schaats” rijden, 1e afbeelding. De rode lijn loopt van de top van de flens van het ene naar het andere wiel. De rand van de sleper moet daar BUITEN blijven. De gele lijn loopt in het midden van de spoorkrans en het midden van de sleper moet dat idealiter komen. De beide blauwe lijnen geven de stand van de slepers aan. Scherpe lezers reageren hierop gelijk met ‘de gele lijn ligt niet in het midden v d slipbandjes. Dat is op zich juist maar de slipbandjes zitten als regel iets dichter bij de flens dan bij de rand van het wiel en we hadden het over het midden van de spoorkrans…

We zien bij de rode en blauwe lijn gelijk twee aspecten:

  1. De sleper staat duidelijk scheef.
  2. De rand v.d. sleper valt ruim over de rode lijn.

En nee, het zijn geen ‘opgewaardeerde’, dus zelf gesoldeerde slepers die verkeerd zijn na behandeld, maar gewoon “verse” uit de doos. Nu u gewaarschuwd bent, ziet gelijk dat de middensleper ook niet goed staat, wel redelijk in t midden maar zeker scheef. Dan de hamvraag: “Is dat erg lieve ouders ……”

Wat door de gele lijn niet meer zichtbaar is gebleven, is een zwart plekje op de sleper aan de buitenkant. Die zwarte plekjes ontstaan als er door inwerking van een spanningsboog, de andere naam voor een ‘vonk’, een brandplekje ontstaat. Het overspringen van een vonkje geeft zomaar een topspanning van 100 Volt of meer; OK, het Ampèrage is minimaal, maar toch een fiks stroomstootje, ‘t ‘bliksemt’ bij t rijden. Die korte ‘spanningsboog’ gaat door uw hele loc, dus ook de motor of de verlichting. Al die stukjes techniek zijn ontworpen voor gebruik 12 tot 16 Volt en hieruit kunt u herleiden dat lampjes, zeker ledlampjes (1,= tot 2 Euro/stuk) veel korter meegaan dan u dacht. Hoe meer vonken, hoe korter de levensduur daarvan. Rijdt u digitaal, dan kan de schade veel groter worden, want dat gaat ook ten koste van uw decoder, (20 tot 45 Euro) of erger uw geluidsdecoder (zo maar 100 Euro of meer!)

Slaat de beveiliging in t systeem dan niet af?  Nee en ja. Bij analoog rijden zeker niet, u kunt uren achtereen rijden met een constante ‘extra verlichting’ op de verkeerde plaatsen, maar de trafo blijft leveren want de stroomstootjes zijn te kort om die beveiliging er in te laten springen. Bij digitaal hangt het van het type systeem van die beveiliging af. Een deel is voorzien van een traagwerkende beveiling en die slaat niet af bij 1 of 2 vonkjes, wel als het even wat langer en kort achterelkaar plaatsvindt. Bij andere systemen kun je dat als ‘hinderlijk’ ervaren, want bij het minste of geringste slaat de boel uit. Enerzijds lastig, anderzijds goed, want je beveiligt daarmee perfect je elektronica optimaal.  Cru gezegd: “Je moet de oorzaak oplossen joh, niet de gevolgen!”

Hoe dit op te lossen?

Eigenlijk simpel, door de slepers zo te buigen dat ze wél goed staan…. Inkoppertje, toch?

Dat doe je het beste met behulp van twee tangetjes die géén karteltjes hebben in de bekken. 1x een vlakke-bek-tang en 1x een halfronde- of een smalle bek-tang is ideaal. (2e afb.)

A: Om de sleper zelf wat naar binnen of naar buiten te krijgen:

Zet de tang met de wat bredere bek op het vlakke deel van de sleper, de andere tang met de smalle of ronde bek gaat op het omhoog gebogen tussenstukje. Deze laatste tang buigt dat gebogen stukje naar ‘voren’ of naar ‘binnen’ toe. Staat de sleper ook nog scheef zoals op de foto, dan tordeert u dat het diezelfde smalle bek naar de goede positie. De afbeeldingen 3-4 verduidelijken dat. Maar dan bent u nog niet klaar, want bijna altijd is de hellingshoek van het de kop van de sleper gewijzigd en deze moet weer terug naar parallel ten opzichte van de voet van de sleper.                  

B: Het horizontaal stellen van de kop van de sleper:

De tang met de smalle of ronde bek blijft op het gebogen tussenstukje staan. De tang met de wat grotere bek komt nu op de kop van de sleper en u buigt deze nu parallel aan de vlakke basis met de pootjes. Afb 5. Pas nu zet u de sleper in de houder en controleert u of de positie en stand juist is geworden. Niet tevreden dan op herhalingsoefeningen. Afb.6

OK dan bent u klaar, dacht u.

Maar we doen nog 2 controles:

1: Het vlakke gedeelte heeft twee uitsteekseltjes die in de sleufjes van dat zwarte houdertje moeten komen. Bij gebruikte slepers zie je daar de meest creatieve bochten en vormen; allemaal onzin! De laatste 2 mm van die uitsteekseltjes mogen een hele lichte knik naar beneden hebben, maar zeker geen bocht. Beide pootjes tegelijk in de tang en vlak knijpen is de eerste klus. Dan de beide puntjes aan de voorzijde in de tang met de brede bek en een heel klein beetje buigen, 10-12 graden is al meer dan genoeg. Zie de foto.

2: Afstellen van de pootjes in de breedte:

Nadat u de sleper terug in de houder heeft gezet en vastgeschroefd controleert u de zijdelingse speling. De houder zelf mag NIET bewegen; zo ja dan eerst dit oplossen. Daarna pas de sleper.  Die sleper moet vrij omhoog en omlaag kunnen bewegen maar zo min mogelijk naar opzij. Als dat zijdelings bewegen te veel is zijn er twee mogelijke oplossingen:

  • De zwarte houder is niet meer goed, want de zijkanten (vooral aan de voorkant van de sleper) staan wat naar buiten gebogen. Oplossing is de beide zijkanten met 2 tangetjes om de beurt iets naar binnen buigen terwijl u de bovenkant in de andere tang houdt. NIET in een grotere tang zetten en ze tegelijkertijd naar binnen knijpen, dan trekt u de bovenkant bol en bij het vastschroeven wordt het vanzelf weer vlak; jammer dus, werkt niet…
  • Als dat niet voldoende is geweest, dan als laatste de uiteinden van de pootjes een minuscuul klein beetje naar buiten buigen om te zien en testen of dat heeft geholpen. Blijf er steeds op letten dat de sleper soepel omhoog-omlaag kan bewegen.

Als u alles goed heeft gedaan, de kop van de sleper niet te ver is ingesleten, er geen vuil of ingebrande plekjes meer opzitten dan is uw stroomvoorziening optimaal geworden. Wedden dat uw loc veel constanter rijdt dan voorheen!?

Veel plezier met het verbeteren van iets “simpels’ als uw slepers en zijn omgeving.                                                                                                                                                                                      © J. Schilperoort